Ons geliefde gravel nader bekeken

Deel

Veel mensen ervaren tennis compleet anders wanneer ze van ondergrond wisselen. Logisch, want het soort baan waar je op speelt heeft grote invloed op hoe de bal stuitert en hoe je als speler moet en kunt bewegen. Een kijkje naar gravel.
Gravel wordt gemaakt van gemalen baksteen en is dus een natuurlijke ondergrond die onderhevig is aan weersinvloeden. Het spelen in de buitenlucht betekent dat je jouw tennisspel en tactiek moet aanpassen aan de weersomstandigheden (zon, wind, kou, regen) en de soms onregelmatige en trage ondergrond.

De bovenste laag geeft de bal extra grip. Hierdoor zal de bal, zeker in het begin van het seizoen, langzamer opstuiten. Als een vertrekkende bal door een speler met meer dan 100 km/u wordt geslagen dan zal de aankomende bal voor de tegenstander met een snelheid van 60 km/u opstuiten. Een groot deel van de snelheid gaat dus verloren op gravel in tegenstelling tot grasbanen en hardcourtbanen.

Een belangrijk onderdeel van het spelen op gravel is het voetenwerk. Op gemalen baksteen kun je als speler je voetenwerk ondersteunen door te glijden naar de bal. Je beweegt anders, omdat je nu je glijbewegingen moet timen om afstanden sneller te overbruggen. Wanneer je niet glijdt, kost dit afstand en tijd. Hierdoor kun je minder snel herstellen na een slag en ben je sneller uit positie. Het kan dus het verschil maken tussen een punt winnen of verliezen.

Als je van de snelle ondergrond in de hal op het trage gravel gaat spelen is het belangrijk om een aantal slagen aan te passen. Probeer de diepte van de vetrekkende bal aan te passen en gebruik meer topspin. Ga de ballen niet geforceerd harder slaan, maar gebruik meer hoogte over het net en topspin om meer snelheid te creëren. De vlakke scorende slagen laag over het net in de hal zijn voor je tegenstander een mindere bedreiging op gravel. Accepteer dat je minder snel kunt scoren op gravel en wees bereid om lange rally’s te spelen. Zorg ervoor dat je een hoog percentage ballen opbouwend met vastheid speelt. 

Houd rekening met de weersomstandigheden zoals zon, wind, kou en regen. Zorg ervoor dat je dergelijke elementen, die je niet in de hand hebt, in je voordeel gaan werken.  Als bij de tegenstander de zon in het gezicht schijnt, gebruik dan een hogere balbaan en speel de lob. Sla de ballen bij wind niet te hoog en niet te dicht bij de lijnen. Dit zal veel onnodige fouten en frustraties voorkomen. Bij nat weer wordt de baan nog langzamer en de ballen zwaarder. Probeer de ballen in die situatie met nog meer marge hoger over het net te spelen. Ga dan ook niet nog harder maar iets hoger en meer topspin slaan. Laat de tegenstander niet alleen heen en weer op de baan bewegen. Bij het spelen van drop-shots laat je de tegenstander van achter naar voren uit zijn comfort-zone bewegen, dit werkt vaak erg effectief. 

Tips:
– Speel “percentage tennis” door de bal ruim over het net te slaan. In het begin van het seizoen zoveel mogelijk opbouwend op vastheid en zo min mogelijk scorend.
– Gebruik ‘snelle voeten’ om zo goed mogelijk voor de bal te staan. Liever zes tot zeven kleine pasjes dan twee tot drie grote en probeer te glijden naar de bal.
– Maak gebruik van rotatie slagen. Achterin in het veld van de tegenstander met topspin, gebruik slice met variatie en vergeet vooral de drop-shot niet.

Veel succes en vooral veel spelplezier!

This site is registered on wpml.org as a development site.